Mestconflict in Freyung: Rechter beslecht jarenlang buurtconflict
In de wijk Freyung-Grafenau klaagde een echtpaar een boer aan vanwege de mestlucht. Het geschil eindigde met een schikking.

Mestconflict in Freyung: Rechter beslecht jarenlang buurtconflict
In de wijk Freyung-Grafenau, gelegen in Neder-Beieren, is een langdurig buurtconflict over de geur van mest nu tot een einde gekomen. Een echtpaar spande een rechtszaak aan omdat zij aanzienlijke hinder ondervonden van de mestlucht. In hun rechtszaak rapporteerden de eisers ademhalingsproblemen, het onvermogen om ramen te openen en een algemeen verminderde kwaliteit van leven. Het geschil tussen de partijen heeft meerdere jaren geduurd en heeft nu de regionale rechtbank van Passau bereikt, waar de hoofdzitting dinsdag had moeten plaatsvinden. Deze ging echter niet door vanwege een schikking tussen partijen. Wekelijkse krant DLV meldt dat de boeren ermee instemden het echtpaar te informeren voordat ze in de toekomst mest zouden verspreiden.
Het echtpaar had vooral kritiek op het feit dat er tijdens warme en regenloze dagen mest werd verspreid, waardoor de geur aanzienlijk toenam. Daarnaast werd het niet naleven van de emissiebeperkende toepassing van vloeibare organische mest, die vanaf 2025 geldt, aan de kaak gesteld. Eiser wordt vanwege de geurhinder zelfs medisch behandeld. Ook eiste ze dat de bemestingswerkzaamheden maximaal twee dagen per maand en onder bepaalde weersomstandigheden mochten plaatsvinden.
Achtergrond geurhinder
Deze door conflicten geteisterde situaties tussen boeren en lokale bewoners zijn niet ongewoon, vooral in plattelandsgebieden. Ecovis legt uit dat er regelmatig discussies ontstaan over geurhinder, landbouwlawaai en emissies, omdat een afname van de actieve landbouwactiviteiten tot een concentratie van de productie leidt. Hierdoor neemt het aantal dieren op de overige bedrijven toe, wat leidt tot meer geurhinder voor de bewoners.
Een voorbeeld hiervan is het goedkeuringsproces voor een biggenfokvoorziening die op slechts 160 meter van een fotostudio was gepland, waarbij de eigenaren 34,7 procent van de jaaruren aan geurhinder zouden zijn blootgesteld. De Federale Administratieve Rechtbank oordeelde dat de oprichting van dergelijke faciliteiten toegestaan was, zolang ze geen schadelijke effecten op het milieu veroorzaakten, waaronder aanzienlijke geurhinder. Deze wettelijke voorschriften zijn echter vaak vaag omdat niet duidelijk is gedefinieerd wat ‘significant’ betekent. De redelijkheidsgrens wordt door de rechter van geval tot geval bepaald.
Juridische duidelijkheid en uitdagingen
De kwestie van de geuremissie is al jaren een fel bediscussieerd onderwerp in de rechtbank. GVW benadrukt dat bepaalde emissiewaarden zijn vastgesteld in het kader van de geurimmissierichtlijn (GIRL). In woon- en gemengde gebieden is maximaal 10% van de jaaruren voor landbouwgeuren toegestaan, terwijl in commerciële en industriële gebieden tot 15% wordt getolereerd. Afhankelijk van het individuele geval kan buiten zelfs tot 25% worden toegestaan.
De praktijk leert dat boeren vaak in het voordeel zijn als het gaat om het verkrijgen van goedkeuring voor de aanleg en exploitatie van dergelijke systemen. Bewoners moeten vaak accepteren dat plattelandsgebieden naar landbouw ruiken, wat bij de afweging tussen landbouw en woningbouw vaak in het nadeel van de bewoners wordt besloten. Rechtbanken maken duidelijk dat bij de beoordeling van de totale lasten geen rekening wordt gehouden met persoonlijke lasten. Dit betekent dat omwonenden die ook dieren houden lagere beschermingseisen hebben en een hogere uitstoot te verduren krijgen.
De huidige ontwikkelingen in de wijk Freyung-Grafenau laten zien hoe belangrijk het is dat zowel boeren als bewoners de dialoog aangaan en oplossingen vinden die voor alle partijen acceptabel zijn. Persoonlijk contact en communicatie kunnen verstrekkende juridische geschillen helpen voorkomen.