Schwäbisch Hall vertrouwt op hout: biowarmte voor de toekomst!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Schwäbisch Hall is afhankelijk van regionale biomassa: de nieuwe houtgestookte verwarmingsinstallatie om de CO2-uitstoot te verminderen en duurzame warmte te leveren, gaat in mei van start.

Schwäbisch Hall setzt auf regionale Biomasse: Ab Mai startet das neue Holzheizwerk zur CO2-Reduktion und nachhaltigen Wärmeversorgung.
Schwäbisch Hall is afhankelijk van regionale biomassa: de nieuwe houtgestookte verwarmingsinstallatie om de CO2-uitstoot te verminderen en duurzame warmte te leveren, gaat in mei van start.

Schwäbisch Hall vertrouwt op hout: biowarmte voor de toekomst!

In Schwäbisch Hall werd een nieuwe houtgestookte verwarmingsinstallatie in gebruik genomen, die vanaf het komende stookseizoen een centrale rol zal spelen in de energievoorziening van de stad. Het proefbedrijf loopt momenteel tot eind mei voordat de warmtecentrale tijdens de zomer wordt uitgeschakeld. Vanaf het najaar zal het systeem operationeel zijn. Volgens ZFK heeft de houtsnipperketel een indrukwekkend thermisch vermogen van 5000 kilowatt. Hiermee wordt ongeveer 10% van de warmtebehoefte van het openbare nutsnet gedekt, wat een aanzienlijke verlichting voor het milieu betekent.

De warmtecentrale, die op een terrein van ongeveer 2.500 vierkante meter is gebouwd, haalt zijn houtsnippers uitsluitend uit de regio. De houtsnipperopslag kan ongeveer 4.500 kubieke meter brandstof opslaan, die voornamelijk bestaat uit resthout uit het bos en groenvoorzieningen. Een aanzienlijk deel van het materiaal is afkomstig van haklocaties in de wijk Schwäbisch Hall. Om de zekerheid van de brandstofvoorziening te garanderen zijn de gemeentelijke nutsbedrijven een samenwerking aangegaan met het stadsdeel.

Milieuduurzaamheid en CO2-besparing

De beslissing om hout te verbranden als hernieuwbare energiebron is niet voor niets genomen. Stadtwerke Schwäbisch Hall volgt een alomvattende exitstrategie naar “groene” stadsverwarming. Deze strategie wordt ondersteund door de biomassaverwarmingscentrale als eerste grootschalige maatregel. Met een voorspeld aantal bedrijfsuren van 4.000 bedrijfsuren per jaar zal de verwarmingsinstallatie jaarlijks ongeveer 4.000 ton CO2 kunnen besparen in vergelijking met conventionele verwarming op aardgas.

De positieve milieu-impact van houtverwarming is echter afhankelijk van verschillende factoren. Volgens de BMUV is het belangrijk te benadrukken dat het gebruik van hout als brandstof niet automatisch CO2-neutraal is. Duurzaam bosbeheer is van cruciaal belang om ecologische voordelen te realiseren en de uitstoot van broeikasgassen te minimaliseren.

Kritiek en maatschappelijke discussies

Hoewel het project in Schwäbisch Hall kan worden gezien als een positief voorbeeld van het gebruik van hernieuwbare energie, zijn er ook kritische stemmen over houtverbranding in het algemeen. In steden als Chemnitz en Hamburg leiden plannen om thermische centrales te bouwen of om te bouwen voor de verbranding van hout tot publieke debatten en protesten. In Hamburg bijvoorbeeld liet de Hamburger Energiewerke eind 2024 de plannen om hout te verbranden varen, nadat er flink verzet was vanuit de bevolking.

De discussie over het gebruik van biomassa als energiebron laat zien dat het noodzakelijk is om de strategieën voor de energietransitie voortdurend te herzien en ook alternatieve benaderingen te overwegen. Volgens het Federale Milieuagentschap levert het toegenomen gebruik van hernieuwbare energiebronnen een beslissende bijdrage aan de verdringing van fossiele brandstoffen. In 2024 zou meer dan 256 miljoen ton CO2-equivalenten kunnen worden vermeden door middel van hernieuwbare energiebronnen.

Al met al zal de discussie over houtverbranding als onderdeel van de oplossing voor het behalen van de klimaatdoelen controversieel blijven, terwijl de gemeentelijke nutsbedrijven in Schwäbisch Hall hun verantwoordelijkheid voor een duurzame energievoorziening waarmaken en daarmee een belangrijke stap zetten naar een milieuvriendelijkere toekomst.